De eerste “echte” single van m’n nieuwe album is vandaag naar de radio gestuurd! M/V gaat over hoe oneerlijk het is dat we met z’n allen vastzitten in een lichaam met een piemel of tieten, en dat we nooit eens kunnen ruilen. De bijbehorende nineties-clip is gemaakt door Basnetron.
Vind je ‘t een fijn nummer? Wil je me helpen? Spread the music!
Een nieuw jaar, een nieuwe look. En een toffe aankondiging… Niemand minder dan Bas Kosters gaat alle outfits voor mijn tourshows ontwerpen! Ik ben daar zo ontzettend blij mee… Je kent hem natuurlijk van zijn piemellegging en andere topstukken. Een voorproefje zie je hier op de persfoto’s die Marc Deurloo maakte. Bas deed de styling, de visagie was in handen van Paul van der Zanden.
Vijftien was ik, en ik wilde mijn eigen geld gaan verdienen. Ik had vijf weken om te werken in de zomervakantie, en ik wilde eindelijk eens genoeg geld om een garderobe mee aan te schaffen om iedereen bij terugkomst op school de ogen mee uit te kunnen steken. Op mijn verlanglijstje: nieuwe skate-gympen (Etnies, liefst), een broek die zo wijd was dat ik zelf over de pijpen struikelde, en een Adidas-jasje. Het was 2002, en mijn ambitie was fulltime alto worden.
Ik denk dat de V&D de derde winkel was waar ik binnenliep om een sollicitatieformulier in te vullen. Het was de eerste winkel die me terugbelde. Ik kon direct aan de slag, op de afdeling damesmode. De volgende dag al mocht ik op audiëntie komen bij John, de floormanager van de eerste verdieping. In een minuscuul kantoortje met een nog kleiner raampje dat uitkeek op de Waag, en waar het stof me om de oren dwarrelde, tekende ik mijn contract. Stiekem zochten mijn ogen naar een bedrag, en ik vond de cijfertjes binnen een seconde. Twee euro vijfenzestig, mijn uurloon.
Dit artikel verscheen op 19 november 2015 op Stellingdames.nl
Bij aankomst werden we verwelkomd op een witte loper, waar we mochten poseren met een soort Chippendales die vanwege het gure weer toch maar een shirtje aan hadden getrokken. Nou weet ik niet of het komt omdat ik zwanger ben van m’n eigen vent, of omdat ik niet op Chippendales val, maar ik vond het een beetje viezig. Snel doken we de zaal in. Ook hier: louter bedienend personeel uit de categorie Strakke Kaaklijn. Leuk om naar te kijken, daar niet van, maar ik begon langzaam het gevoel te krijgen dat ik in een soort vrouwelijke versie van de Playboy Mansion terecht was gekomen.
Dit artikel verscheen op 3 november 2015 op de site van Vrij Nederland
Seksueel misbruik is een onderwerp dat me aan het hart gaat. Sinds ik voorzichtig begon te spreken over mijn eigen ervaringen merkte ik dat vrijwel iedere vrouw iets heeft meegemaakt dat niet helemaal (of helemaal niet) gewenst was, en zich daarvoor schaamt. Bang is. Toen cabaretière Anke Laterveer vorige week bij Pauw haar verhaal deed, was ik niet eens verbaasd over de ronduit respectloze reacties die ze kreeg op twitter. Ik vatte ze samen en schreef een verweer. Vervolgens lanceerde dichter en zangeres Stella Bergsma op de hashtag #zeghet, om vrouwen (en mannen) aan te moedigen op Twitter hun verhaal te doen, hoe klein of groot ook.
Dit artikel verscheen in oktober 2015 in ELLE
Daar sta ik dan. In de rij bij de kassa, een zware rugzak op mijn rug, mijn ene hand vol tassen, in de andere drie truitjes uit de uitverkoop. Mijn voorhoofd bezweet, een kriebel in mijn buik. Ik ben bijna aan de beurt, in mijn hoofd maak ik alvast een lijstje van de winkels waar ik nog heen moet. Als ik heb afgerekend (godzijdank geen melding met ‘saldo ontoereikend’) haast ik me de winkel uit, de volgende in. Waar ik naar op zoek ben? Ik heb geen idee.
Dit artikel verscheen op 3 september 2015 in Vrij Nederland
Achttien was ik, toen ik compositie ging studeren aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Op maandagavonden hadden we groepslessen, van acht tot tien. De lessen liepen steevast uit, waarna de meeste studenten nog even de kroeg in doken. Ik niet: ik moest nog met de trein terug naar Utrecht, waar ik op kamers woonde. Al snel ontdekte ik dat een van mijn hoofdvakdocenten dezelfde trein nam, en niet lang daarna besloten we dan maar samen te reizen. Na een paar maanden waren onze gesprekken van formele uitwisselingen veranderd in diepgaande dialogen. We praatten over veel, zo niet alles wat ons bezighield. Voor we de trein namen, kochten we nog snel vier halve liters bier bij de AH to go – wel zo gezellig. We roddelden over studenten en docenten. Het was wij tegen de rest van de wereld.
Dit artikel verscheen op 3 juni 2015 in Vrij Nederland
Elisabeths zoon Daan was altijd al een beetje anders dan zijn broers. ‘Koppig, gevoelig, en snel van slag bij veranderingen,’ zegt zijn moeder, terugkijkend op zijn kindertijd. ‘Op de basisschool had men het vermoeden dat hij ADHD had, maar tot een diagnose is het nooit gekomen. Bovendien was hij erg geliefd bij zijn leerkrachten; ze vonden hem open, eerlijk en intelligent.’ Als Daan tien jaar is, scheiden zijn ouders. ‘Hij heeft een paar tranen gelaten, meer niet. Pas op de middelbare school ging het mis: in de brugklas werd hij gepakt terwijl hij een T-shirt stal in de Bijenkorf. Hij kreeg een taakstraf van Bureau HALT, wij als ouders schrokken ons dood. Een poosje later kwam hij opeens pas om twee uur ’s nachts thuis. Zijn gezicht was blauw aangelopen en hij bleef maar overgeven. Hij zei dat hij zich niet kon herinneren wat er gebeurd was, maar ik had zo mijn vermoedens en gaf hem huisarrest.’
Dit artikel verscheen op 2 december 2014 in Vrij Nederland
Met een nerveuze glimlach komt ze de collegezaal binnen. Een kwartier te laat; we begonnen ons al af te vragen of we niet verkeerd zaten, of dat er weer een college was uitgevallen. Maar daar is ze dan: tas onder de arm geklemd, gezicht naar de grond gericht. Een halve seconde kijkt ze de zaal rond, dan trekt ze haar schouders omhoog en begint vanonder het haar dat voor haar ogen valt te praten. ‘Sorry dat ik te laat was, ik… ik… nou ja, ik ben dus overspannen geweest afgelopen halfjaar, en ik vind het nog steeds een beetje spannend om hier weer te staan…’ Ik moet moeite doen om haar gemompel te verstaan, ze kijkt geen moment de zaal in. ‘Het zal voor jullie ook wel wennen zijn, ik heb zelf ook ooit een jaar voor de klas gestaan, en dat was echt niks voor mij…’
‘Ben je blij dat je hier bent?’, vraagt de maatschappelijk werkster van achter haar bureau. Ik knik, veeg tranen weg en probeer het oncontroleerbare trillen van mijn benen te stoppen. Bram houdt mijn hand vast. ‘Je had het je vast anders voorgesteld, of niet?’ Ik knik weer. Het huilen duurt nu al zo lang dat ik er hoofdpijn van heb gekregen. ‘Dat snap ik wel. Je hebt depressieve klachten, lees ik hier. Kun je daar iets over vertellen?’