Categorie: Persoonlijk
Sinds ik mijn lees-mojo heb teruggevonden lees ik weer als een niet-vertraagde thalys, en het is superfijn. Ik tip weer een paar boeken die me de afgelopen maand zijn bijgebleven!
1. Damn, Honey (Marie Lotte Hagen & Nydia van Voorhuizen, 2018)
Dit boekje verscheen als reactie op het omstreden boek van influencer Jamie Di (Sexy, but tired, but sexy), waarin ze o.a. vertelt dat je maar zin moet maken in seks als je partner zin heeft. Er was veel ophef over dat boek (want wat voor voorbeeld is dit voor onzekere tienermeisjes?), en Hagen en Van Voorthuizen schreven razendsnel Damn, honey, dat veel meer is dan alleen maar een weerwoord. Het boekje is een verzameling anekdotes en achtergrondverhalen over het leren accepteren van je lichaam, volwassen worden als vrouw, seksualiteit in voor- en tegenspoed, afgewisseld met grappige lijstjes en tussenwerpsels. Het perfecte cadeau voor je jongere zusje/nichtje/vriendin/buurmeisje.
Sinds een paar maanden ben ik weer terug op het leestempo (en bijbehorend leesplezier, niet geheel onbelangrijke) van voordat ik Nederlands ging studeren (da’s alweer 14 jaar geleden, ik word bejaard) en mijn casual leesplezier voor een groot deel verloor. Het is nog steeds elke dag een cadeautje dat ik mijn grootste hobby weer heb terugveroverd, en ik vind niks zo leuk om met jullie te delen wat ik gelezen heb. Deze vakantie las ik iedere week 1 of 2 boeken, en dit waren de uitschieters.
The Black Dahlia – James Ellroy
Een donkere misdaadroman voor liefhebbers van de klassieke whodunnit, maar ook voor liefhebbers van psychologisch-historische romans. Gaat over een agent in L.A. in de jaren veertig, die geobsedeerd raakt door een moordzaak die hij niet opgelost krijgt. Ellroy’s stijl is briljant: korte zinnen, strak belijnd, en hij heeft zich het historische agentenjargon perfect eigen gemaakt. Heel indrukwekkend boek.
Eigenlijk ben ik helemaal niet goed in vakantie. Vakantie is zo’n talent dat iedereen lijkt te hebben, behalve ik. Toen ik nog op school zat, studeerde en (later nog) toen ik lesgaf was het nog veel erger: de overgang van keihard bikkelen naar zeeën van niet-ingevulde tijd deden gekke dingen met mijn gemoedstoestand, en als ik eenmaal ingesteld was op een nieuwe dagindeling dan doemde daar het begin van een nieuw schooljaar alweer op. Veel te heftige overgangen. Al op de basisschool bedacht ik voor iedere vakantie een project en maakte ik een dag- en weekplanning. Zo schreef ik boeken in de vakantie, leerde nieuwe talen, en naaide hele nieuwe garderobes in elkaar samen met mijn moeder en oma.
Toen mijn boek uitkwam werd ik geïnterviewd voor het Parool door Marjolijn de Cocq. Dat was ontzettend gezellig (en ze schreef een mooi stuk, waarvoor dank), en een paar dagen later kreeg ik een mailtje. Of ik een paar dagen wilde verblijven in haar tuinhuis op Nieuw Vredelust. Ik had nog nooit van die plek gehoord, en was meteen nieuwsgierig.
Wat bleek? Midden in Amsterdam, op een stuk grond tussen de Arena, de A2 en het spoor, ligt een tuin. Niet zomaar een tuin, maar een plek waar tientallen Amsterdammers een huisje hebben gebouwd om ‘s zomers te verblijven. Zonder elektriciteit of riolering. Helemaal zelfvoorzienend dus: de meeste huisjes hebben zonnepanelen en een septic tank (zo’n ding dat ze bij Ik Vertrek ook allemaal onder hun sjambredoot hebben liggen).
De tuintjes zijn allemaal verschillend, even divers als de bewoners. Sommige zijn helemaal piekfijn aangeharkt en gesnoeid met een nagelschaartje, andere zijn ruig en wild. Het huisje van Marjolijn ligt in een echte natuurtuin vol wilde rozen en bosaardbeien. In het huisje is dus geen elektriciteit, warm water stook je met een geiser met gasfles, en licht maak je met olielampen en waxinelichtjes. Een soort kamperen 2.0 dus.
Binnen is alles wat je nodig hebt: een bank met kussens en dekentjes, eettafeltje, aanrecht, tweepersoonsbedstee en hoogslaper. De tuin die het huisje omringt is door alle regen en hitte compleet ontploft, waardoor je het gevoel hebt in een soort groen nestje te zitten. ‘s Ochtends vroeg trippelen vogels over het dak, de rest van de dag ruisen ze zingend van de ene naar de andere tuin. En dat midden in de stad!
Ik zit hier niet zomaar: de gemeente Amsterdam wil de volkstuinen graag platmaaien om er een woonwijk met hotels en parkeerplaatsen voor touringcars te bouwen. Heel functioneel allemaal, maar doodzonde als je het mij vraagt. Juist een totaal door toeristen verstopte stad als Amsterdam heeft plekken zoals Vredelust nodig, waar geen plan is en bewoners eigen verantwoordelijkheid dragen om iets moois te maken. Daarnaast dienen volkstuinen als groene longen van de stad, waar vogels, vlinders, en – belangrijk – bijen hun plek vinden. Het houdt de stad kortom in meerder opzichten levendig.
In het verleden waren er al veel schrijvers die op Vredelust een retraite zochten om te schrijven, waaronder Adriaan van Dis en Rudy Kousbroek. In navolging van die traditie nodigen de tuiniers van Vredelust deze zomer een aantal schrijvers uit om op hun land te verblijven en iets te schrijven. De komende week werk ik aan een stuk over het belang van “rommel” in de stad, dat binnenkort verschijnt.
Mijn debuutroman Concept M komt ook uit als luisterboek! Omdat er nogal wat radio- en tv-fragmenten in mijn boek zitten, organiseerde ik een studiodag met verschillende mensen om al die fragmenten in te spreken. Net echt! Alles ging goed, tot de stroom uitviel.
Deze week werd ik gebeld door een anoniem nummer. Omdat dat soms belangrijke telefoontjes zijn (media, artsen) nam ik op.
“Hallo! Spreek ik met de CEO van Aafke Romeijn?”
“Eh, ja. Ik ben trouwens ook Aafke Romeijn, maar dat terzijde.”
“Goedemorgen! Wij zijn bedrijfsbesparing punt nl. Als u ons geld geeft geven wij u besparingstips.”
Oké, eerste tip lijkt me sowieso om te besparen op besparingstips, maar dat terzijde. Ik vroeg waar ze mijn nummer vandaan hadden, en oh surprise: dat hadden ze van de Kamer van Koophandel. Nou ben ik toch al niet echt vrienden van die club, maar dat constante gespam en gebel van vage bedrijfjes vind ik echt rete-irritant. Toen ik dit verhaal op twitter deelde kreeg ik vervolgens de leukste tips van volgers om de beller de volgende keer een hak te zetten. Omdat ik de beroerdste niet ben, hier een kort overzicht!
Deze kreeg ik al vaker te horen. Laat al die spammerds lekker de KvK zelf bellen met hun lame besparingstips en zakelijke energiedeals. Dingetje wel: als je je telefoonnummer bij de KvK verandert, duurt het vaak lang voordat je daar iets van merkt. Mocht je dus intussen toch nog gebeld worden, dan hier nog een paar tips.
Eens in de zoveel tijd voel ik me net een keukenweegschaal die zonder dat je er iets op hebt gezet al 50 kilo aangeeft. Wat doe je dan? Recalibreren. Je opnieuw verhouden tot jezelf en de wereld om je heen. Klinkt dat zweverig? Mwah: ik denk dat iedere artiest (of zzp’er) het wel kent: een aantal grote projecten loopt ten einde, er dienen zich een heleboel nieuwe mogelijkheden aan, je hebt massa’s plannen, en in het vacuüm tussen oud en nieuw voel je je een beetje verloren. Het is deel van het zelfstandigenbestaan, hoe succesvol (of onsuccesvol) je ook bent.
Mijn boek is af. Dat is fantastisch! Het is gelukt! Voor het eerst in mijn leven heb ik lang genoeg gewerkt aan één tekst om het een roman te kunnen noemen. Op 14 april komt ‘ie uit bij de Arbeiderspers, en er staat al een hele rits interviews en voordraagsessies in de planning. Ik ben ontzettend blij, opgelucht en ook wel een beetje trots. Tegelijkertijd is het een raar moment: ik heb de afgelopen twee jaar iedere dag geschreven, opeens valt dat weg. Voor mij is een groot project volbracht, maar voor het publiek bestaat de roman nog niet. Hoe gaat men reageren? Wie gaan het lezen? It’s out of my hands. Ik kan alleen maar rustig blijven ademhalen en toekijken wat er gebeurt straks.
Het is lastig om daar niet zenuwachtig van te worden. Het is zo anders dan wanneer je een plaat uitbrengt. Bij een album ben je tot vrij kort voor de release nog bezig met afmixen, luistersessies, artwork… ondertussen ben je al aan het repeteren voor liveshows, en wanneer je album uitkomt kun je aan het werk: spelen. Het materiaal tot leven brengen. Bij een boek ontbreekt dat laatste voor mijn gevoel: ik kan voorleessessies gaan oefenen, maar da’s toch anders.
Ik ging met Arriën Molema (collega van BAM!) naar Wenen om daar te vergaderen over Europese auteursrechtdingen. Ik maakte er natuurlijk een vlogje over. Vind je ‘t leuk? Subscribe dan hierrrrrrzo.
Twee jaar geleden maakte ik naar aanleiding van #zeghet al eens een overzicht van de voorspelbare reacties die je krijgt wanneer je als vrouw op tv je verhaal doet over seksuele intimidatie of misbruik. Dat stuk werd lekker gedeeld en ik mocht zelfs bij Pauw komen uitleggen hoe het beter kon. Leuk, maar twee jaar later is er nog geen r**t veranderd.
Gisteravond deden drie dappere actrices hun verhaal bij diezelfde Pauw over hoe ze op de toneelschool werden geïntimideerd door acteur en docent Jappe Claes (inmiddels overal met pek en veren ontslagen). En wie zo dom was om op twitter naar de reacties te kijken zag – surprise, surprise – weer een leuke canon aan clichés voorbijkomen. Mocht je je afvragen waarom vrouwen niet graag praten over hun negatieve ervaring? Dat is omdat er ZO gereageerd wordt…:
1. Had je maar niet…
Met stip op numero uno, de ultieme dooddoener: “Had je maar niet!” of “Je had best kunnen weten dat!” Goed om te weten, vrouwkes: wanneer een man je ergens uitnodigt, of dat nou z’n huiskamer is, een hotelkamer of midden op een druk plein, als je erop ingaat betekent dat automatisch dat ‘ie met z’n tengels in je broekje mag. In mijn wereld heet dat koppelverkoop, maar hey, wie ben ik.
De Taalstaat is een radioprogramma over taal en muziek, gepresenteerd door Frits Spits. Vandaag was ik er voor de derde keer te gast, dit keer om het te hebben over Piet Paaltjens, een 19e-eeuwse dichter. Samen met o.a. Spinvis en De Kik zette ik zijn werk op muziek, een superleuk project. Gisteravond wees iemand me op twitter erop dat Ruut Weissman ook was uitgenodigd. Meteen had ik een knoop in mijn keel.
Ruut Weissman, de acteur die als docent van de toneelschool in Amsterdam decennialang meisjes seksueel intimideerde. In 2015 schreef ik al eens een artikel voor Vrij Nederland over (onder andere) hem en zijn illustere collega Jappe Claes, die inmiddels overal ontslagen is. Gisteravond las ik een misselijkmakend relaas op facebook van celliste Michelle Courtens, die in 2015 door hem werd lastiggevallen. Wat moest ik doen? De kans was groot dat ik Weissman zelf niet zou spreken of tegenkomen in de studio, maar toch, maar toch… ik wees de redactie op het verhaal, en ging slapen.