Vizier op rechts

Twee jaar geleden plakte Vizier op Links tot tweemaal toe een sticker op mijn voordeur waar op stond dat mijn huis in de gaten werd gehouden. Wat de implicaties van dit “in de gaten houden” waren stond er natuurlijk niet bij – zo slim zijn rechtse “activisten” wel – maar ik kan je verzekeren dat het me angst aanjoeg. Ik ben in mijn leven ettelijke keren bedreigd, maar meestal bleef het bij anonieme DM’s en nachtelijke emails vol spelfouten. Daar kan ik niet wakker van liggen. Maar dat iemand daadwerkelijk voor je deur heeft gestaan, dat is andere koek. 

Ik deed aangifte, samen met een aantal anderen die hetzelfde was overkomen, en het OM liet ons weten de zaak zeer serieus te nemen. Toch hoorden we nadien niks meer. Tot nu, twee jaar later, toen ik afgelopen week uit de media mocht vernemen dat het OM de zaak laat varen. Stickers plakken op iemands huis is nou eenmaal geen bedreiging, zo stelde het OM. En ze hebben echt wel hun best gedaan, maar een zaak zou kansloos zijn, zo stelde het OM. Een aantal dingen aan deze boodschap maken me triest en cynisch. Ten eerste: waarom verneem ik dit in de media, en niet gewoon van het OM zelf? Omdat het OM geen reet geeft om slachtoffers, wie net als ik een beetje van true crime podcasts houdt wist dat al lang. 

Maar het tweede punt is belangrijker. Het zit zo. In 2022 ontving ik een dreigende DM op Instagram, waarna ik routineus aangifte deed. Tot dan toe was met mijn aangiftes nooit iets gebeurd, maar nu werd ik onmiddellijk teruggebeld door een officier van justitie. Het betrof een vrouw die, naar eigen zeggen, helemaal klaar was met het gedrag van anonieme dreigers, en ze liet meteen uitzoeken wie de DM had gestuurd, en liet hem nog diezelfde dag oppakken en vastzetten. Ze startte een zaak en lo en behold: hij werd veroordeeld. Kortom: het kán wel. Waarom kan een digitaal bericht leiden tot een veroordeling, maar wanneer de gekkies daadwerkelijk voor je deur staan, dan zoek je het maar uit? 

Heel simpel: je moet maar net de juiste officier van justitie treffen. Eentje die er zin in heeft. Die zich druk maakt om jouw veiligheid. Of misschien nog verontrustender: die jouw politieke normen en waarden deelt.

Want ik kan mij niet aan het idee onttrekken dat ik de enige ben die last heeft van de vooringenomenheid van het openbaar ministerie. De boeren alleszins niet: die kunnen rustig brandjes stichten op elke snelweg en het Malieveld aan gort raggen met trekkers zonder dat er een vinger naar ze uitgestoken wordt. Boeren zijn namelijk zielig, hun bestaanszekerheid wordt afgepakt door klimaatbeleid – dat overigens nog altijd niet ver genoeg gaat. Ben je daarentegen  een jongere en zie je dat je bestaanszekerheid door datzelfde falende beleid wordt bedreigd omdat de planeet alsnog naar de tyfus gaat: pas dan maar op. Zeg vooral niet dat je wellicht actie zal gaan voeren op een snelweg, want de politie komt je alvast van je bed lichten. Dat zagen we afgelopen week toen het OM zes activisten van Extinction Rebellion preventief oppakte wegens opruiing. Tijdens de demonstratie zelf – die in uitwerking weinig verschilde van de trekkerblokkades van de boeren – werden vervolgens nog eens honderden mensen opgepakt.

Iedereen die ooit een uurtje maatschappijleer heeft gehad over de trias politica, snapt dat het op z’n minst problematisch te noemen is wanneer openbaar aanklagers zich politiek gekleurd tonen. Natuurlijk bestaat neutraliteit niet, maar wat hier gebeurt is het tegenovergestelde: het openbaar ministerie voert politiek gedreven beleid op brede schaal, en verdedigt dit beleid keer op keer in de media en naar de politiek. Daarmee treedt het OM onze grondrechten met de voeten, en wil het slechts instaan voor individuele vrijheid op basis van politieke kleur en toeval. Ik heb enorm gebroed op een leuke uitsmijter voor dit stukje, maar die heb ik niet. Ik ben gewoon pislink dat onze rechtsstaat afbrokkelt waar je bijstaat en dat je er als individu geen reet aan kunt doen. Zelfs niet als die afbrokkeling stickers op je voordeur plakt.

Abortus is niet hip

Lize Korpershoek (journalist, influencer) onderging in 2012 een abortus, en schreef daar nu een column over. Dat is dapper en moedig, want je weet als vrouw (/persoon met een baarmoeder) welke bak schijt je vervolgens over je heen gaat krijgen. Ook nu weer. Yvonne Coldeweijer (“journalist”, influencer) reageerde als door een wesp gestoken dat Lize deed alsof abortus iets is “dat je bij de Wehkamp bestelt”, en dat Lize abortus “hip” zou maken. Andere mensen met onbegrijpelijk veel volgers als een Maxime Meiland vielen Coldeweijer bij, en zie daar: niet alleen een bak stront, maar een bak stront bij elkaar gescheten door invloedrijke mede-vrouwen was Lizes deel.

Nou ben ik schaamteloos fan van veel van Yvonne Coldeweijers werk (kunnen we het over hebben, maar daar gaat het nu ff niet over), maar bij deze uitlatingen moet ik toch even een grens trekken. Want waar vrouwen andere vrouwen aanvallen op de manier waarop zij over zelfbeschikkingsrecht communiceren, daar ontstaat een reis terug in de tijd in een giftige tijdmachine waar ik graag met een denkbeeldige hakbijl korte metten mee maak.

Wanneer je zegt dat een vrouw “te makkelijk” doet over abortus, dan kan ik maar een paar conclusies trekken. Ten eerste: dat je zelf waarschijnlijk nooit een abortus hebt ondergaan (anders zou je over dat “gemak” wel anders piepen), ten tweede: dat als je wél ooit een abortus hebt ondergaan, dat je dan last hebt van een terminaal gebrek aan empathie – waarvoor mijn oprechte condoleances. 

Abortus is niet hip, net zomin als een snotneus hip is – en toch lopen er veel mensen mee rond in de winter. Go figure. Ik moet de eerste vrouw nog tegenkomen die het een lekker edgy idee leek om te stoppen met gangbare vormen van anticonceptie en in plaats daarvan gewoon elke keer lekker een abortusje te pakken. Als dat ooit een trend wordt dan ben ik de eerste om te stellen dat dat een volstrekt idiote trend is, maar dat is nu niet aan de orde. Wat Yvonne constateert is dat er heden ten dage makkelijker gesproken wordt over het ondergaan van abortus en alle beweegredenen die daaraan ten grondslag liggen. Daarbij moet helaas nog steeds opgemerkt worden dat ALLE beweegredenen VALIDE zijn: een vrouw hoeft zich NOOIT te verantwoorden over wat ze wel of niet in haar eigen baarmoeder uitspookt. Die discussie zijn we goddank – hoop ik – voorbij. 

Dat vrouwen openlijk over het wel en wee van hun baarmoeder spreken, is voor conservatieve vrouwen als Coldeweijer en Meiland blijkbaar een steen des aanstoots, en ik heb voor hen dan ook een optimistisch advies. Als je niet over andermans baarmoeder wil horen, doe dan zoals de overheid ook adviseert wanneer je door oplichters gebeld wordt: hang op, klik weg, bel uw bank. Okee, dat laatste is minder relevant in deze context, maar je snapt wat ik bedoel. Leg dat artikel gewoon weg, scroll verder, maar hou in godsnaam je grote waffel voordat je andere vrouwen veroordeelt.

Ik ben op ESNS

Ik mocht/mag twee panels samenstellen en hosten op Eurosonic/Noorderslag over veiligheid en inclusiviteit in de muzieksector. Daarnaast heeft Bam! Popauteurs weer een mooi panel samengesteld over de muziekbiz na corona, waar ik te gast in ben.

Vind me hier:
Do 19 jan 16:30 – Een jaar na The Voice, waar staan we?
Vr 20 jan 16:30 – Creating a safe working environment in the music industry
Za 21 jan 13:30 – Artiest post-corona, wat komt er op ons af?

Ben je ook in Groningen en wil je meeten? Laat het me vooral weten! X

Tour België

Yes, mijn eerste echte eigen Belgische tour is na twee jaar corona ein-de-lijk een feit! Met heel veel dank aan Griet de Blende van Rumoer die de tour heeft uitgestippeld, en natuurlijk gaan Bram en Hidde ook weer mee. De vormgeving is van Blauwe Uur en is redelijk spectaculair, zeg ik met grote verheugings. Check hieronder de data en de ticketlinks die al beschikbaar zijn!

Foto door Sanja Marusic

14 sept 22 – Nieuwpoort, Secret Sea Sessions (met Guido Belcanto)
22 okt 22 – De Schelde, Zandvliet
17 nov 22 – De Sterke, Wevelgem
24 nov 22 – Club B, Torhout
10 dec 22 – The Preacher, Geraardsbergen
26 jan 23 – Cinema Rix, Deurne
27 jan 23 – CC ’t Schaliken, Herentals (met Arno Van Vlierberghe)
4 feb 23 – Koor, Mechelen
6 feb 23 – Het Applauws, Lauwe
11 feb 23 – Rex Foyer, Mol
31 maart 23 – Zwarte Zaal, Heusden-Zolder

Nu te koop!

4 mei

Tien jaar geleden schreef ik dat ik op 4 mei ook even dacht aan mijn oudoom Aart Romeijn, die op kerstavond 1944 omkwam aan het oostfront in Letland. Hij vocht daar voor de SS, zo ging althans het verhaal in onze familie. Zoals met mij wel vaker het geval is, onderschatte ik totaal hoe gevoelig dit onderwerp lag. Niet alleen in de buitenwereld, maar ook binnen de familie. Men wordt er liever niet aan herinnerd dat eigen bloed kwaadaardige keuzes kan maken, en toch is het zo. Ik haalde tien jaar geleden mijn berichtje maar weer snel weg, en besloot voortaan maar weer te zwijgen over mijn familiegeschiedenis.

Twee jaar geleden, op 4 mei, verscheen de podcast De Familie Romeijn, waarin mijn zusje @annekeromeijn en ik onze familiegeschiedenis nou juist wél besloten uit te zoeken. In de tussenliggende jaren bleek er iets veranderd te zijn. In de publieke sfeer werd langzaam maar zeker ook aandacht gecreëerd voor hen die sneuvelden aan de verkeerde kant van het front. Er kwamen hier en daar verhalen los over jonge jongens die met valse beloftes naar Duitsland werden gelokt. Je zou kunnen zeggen dat er sprake begon te zijn van een zekere mildheid, al is mildheid misschien een groot woord. 

Verhalen vertellen is belangrijk, ook in de context van een pijnlijk oorlogsverleden. Als men kijkt naar “de vijand”, dan is het makkelijk om in ongenuanceerde en alles overstijgende grootheden te praten. Zoom je in op een individu, dan blijkt achter alle kwaadaardigheid ook een complexe menselijke geschiedenis te liggen. In onze zoektocht stuitten Anneke en ik helaas niet op een eenduidig antwoord op de vraag waarom onze oudoom Aart voor de SS koos, maar wel op aanwijzingen dat dat niet veel te maken had met politieke overtuiging. 

Lees hier verder! →

Voor Jeroen Mettes (nieuw gedicht)

Toen ik gevraagd werd om poëzie voor te dragen tijdens de boekpresentatie van “Vluchtlijnen van de poëzie” (over het werk van dichter Jeroen Mettes), voelde ik dat ik een nieuw gedicht moest maken, over wat er hier en nu speelt. Het gedicht heeft nog geen titel, dus noem ik het: Voor Jeroen Mettes.

In mijn hoofd staat een kilometerslange colonne zwaar oorlogsmaterieel
al dagen vast in de modder waar tot tien dagen geleden
nog graanideeën gezaaid zouden worden, in een uithoek van mijn hersenstam
waar het altijd vier voor de prijs van drie is
maar het goedkoopste product was al gratis, dus feitelijk
is van korting geen sprake. In een winkelwagentje liggen drie clusterbommen
en een molotovcocktail, ik zoek naar een zelfscankassa
maar men moet hier blijkbaar nog langs een cassière.
Ik scheid mijn clusterbommen met een beurtbalkje van het
halfje casino wit en de pakken vanillevla van mijn voorganger.
In een rij vol oordelende blikken vraag ik me af: als oorlog
je businessmodel is, mag je de btw op stalinorgels dan aftrekken?
Mijn clusterbommen geven hetzelfde bliepje als een pak Knorr Wereldgerechten
Oorlog is ook maar een transactie, als je donder op zegt
is de kans klein dat de ander ook daadwerkelijk opdondert.

Ik schuif mijn clusterbommen en mijn molotovcocktail in een
plastic tasje van vijfentwintig cent, een bonnetje, nee dankuwel,
de kamerplanten bij de servicebalie staren me verwijtend aan
Heeft iemand ooit berekend hoeveel bomen er om zijn gekomen tijdens
de Tweede Wereldoorlog? Kwantificeert iemand het leed van het
gebladerte? Planten zijn geen partij in de oorlogsstatistieken omdat ze
nooit ergens een gedenkteken voor de gevallenen oprichten en denk je eens in
als ze er eenmaal per jaar een bloemenkrans zouden leggen dan was dat
doden eren met lijken. Het leukste aan leven is niet dood zijn.
Als oorlog een transactie is, wiens Kamer van Koophandelnummer
staat er dan op de factuur vermeld?

De colonne komt langzaam schokkend in beweging
Gedachtes ratelen als rupsbanden door de ontdooide permafrost
dit jaar geen oprukkend graan maar nederzettingen waar
in alle haast achtergelaten kamerplanten de dienst uitmaken
deze oorlog is een winstwaarschuwing: we weten niet of onze huidige
groeicurve de winter haalt. Uit voorzorg haal ik een clusterbom
uit mijn tasje, rol mijn mouw op en gooi hem met een perfecte
hoek van 45 graden in zuidoostelijke richting
No plants were harmed during the making of this poem
Oorlog is een datumprikker met maar één optie
de afspraak gaat ook door als je eigenlijk al iets anders had.

 

Blogpost: mentale weerbaarheid

Het zijn dagen waarin ik me ternauwernood staande hou. En het is niet eens mijn oorlog, kun je nagaan. Ik zit daar niet, te vernikkelen aan een grens, ik zit gewoon lekker in de warmte van mijn huiskamer te typen. En toch sta ik elke dag op met misselijkheid van de zenuwen. Ik wil het nieuws niet tot me nemen, maar ik verorber het als verse croissantjes met rattengif. Ik probeer niet bang te zijn maar vrees met grote vrezen, probeer de foto’s van huilende kinderen van me weg te houden, maar het voelt hypocriet om weg te kijken en dus staar ik en voel ik diepe scheuren in mijn buik.

En dan is er nog al het andere waar ik me geen zorgen over zou mogen maken. De lekkage in onze keuken die achter de keukenkastjes zit, waardoor de hele keuken eruit moet en we halsoverkop een nieuwe gaan uitzoeken. Ja, dat kost allemaal tijd en headspace, maar ik heb een huis en een spaarrekening en straks ook nog een nieuwe keuken.

Er is het grote idee voor een nieuwe roman dat me opeens overviel, midden in de nacht tijdens een halfslaap. Een idee dat radicaal anders is dan de sciencefiction die ik normaal gesproken schrijf. Een verhaal dat alle disfunctionele shit die ik voor mijn 26e uitspookte naadloos combineert met mijn Groot Lerarenverhaal dat ik al eens geschreven heb, én mijn liefde voor true crime. Een verhaal dat me nogal hoog zit, en dat ik voor mijn gevoel in razend tempo zou kunnen schrijven, nog voordat ik voor mijn Kleurlozentrilogie de mijnen van Charleroi in duik. Maar wil ik dat? Kan ik dat?

Vanochtend verscheen er voor het eerst in weken een recensie van 7B, en toen ik enthousiast begon te lezen bleek het de eerste ronduit negatieve bespreking te zijn. Goddammit, meteen terug mijn hol in, zonder zelfvertrouwen. Blijkbaar kan ik mijn personages niet tot leven wekken, strooi ik met te veel metaforen (in Concept M waren het er nog te weinig – DOSEREN, ROMEIJN) en beklijft mijn werk niet. Moet ik me dan wel als een kip zonder kop aan een nieuw project wagen?

En dan zijn er nog slechtnieuws-telefoontjes die ik moet plegen (hoort erbij als je een bedrijf runt), er is het huishouden dat vanuit alle hoeken van de kamer naar me loert, stapels was in de slaapkamer. Maar wat zeur ik? Ik heb een wasmachine, ik heb een goedlopend bedrijf, ik heb de luxe te kunnen twijfelen aan mijn volgende romanproject. Ik heb de luxe een blogpost te schrijven waarin ik de meeste zinnen begin met “ik”, omdat de oorlog nog niet in mijn achtertuin staat te wachten.

Maar zo werkt het niet hè, het relativeren van mentale kwetsbaarheid? Nee. Dat gewankel is er gewoon, en beheerst alles, of het nou terecht is of niet. Je doet er niks aan. Hoe verteren jullie de oorlog?

Man, ik hoop dat er behalve dekens, pampers en morele steun ook veel psychosociale hulpverlening klaarstaat voor de vluchtelingen die nu onze kant op komen, want het gaat nodig zijn.

Hedon + Paradiso

Om te vieren dat we weer mogen in Nederland geven we twee grotere shows in Hedon en Paradiso, op 23 en 24 april. Het wordt weer feest, zonder mondkapjes en met dansen! Kom je ook? Koop dan nu je tickets! Dat kan hier voor Hedon en hier voor Paradiso.

Gedicht: Europalaan

Onderstaand gedicht verscheen in het nieuwste nummer van literair tijdschrift De Gids. Ik schreef het naar aanleiding van het werk van kunstenaar Constant dat deze editie wordt uitgelicht, en specifieker nog, naar aanleiding van het sluiten van de laatste tippelzone van Utrecht, die aan de Europalaan, waar ik woon.

 

Europalaan

Om half acht begon mijn kanker tegen me te praten.
Route opnieuw berekenen. Indien mogelijk: omkeren.
Ergens tussen de bushalte en mijn voordeur
driehonderd meter waarvan vijftig tippelzone
ik hield mijn blik dichtbij.
De eeuwen zijn lang geweest. De dagen korter
maar toch nog lang. We zijn een familiebedrijf sinds 1891.
Ik stak over, het hek was al dicht
de man met de sleutels in de binnenzak van zijn jas
ik had hem wel eens zien lopen, maar niet vandaag.
Wij bieden geen uitkomst. Alles kan anders
maar het zal niets oplossen. Kom, blijf eens staan.
De man met de sleutels in zijn binnenzak
die de prostituees in één draaibeweging scheidde
van de huizenbezitters. We hoefden elkaar niet te zien.
De waarde van ons vastgoed wordt bepaald door moraal.
Loop maar. Wij wachten thuis op je.
Dat mijn kanker in meervoud over zichzelf sprak
was ik inmiddels gewend. Naarmate de maanden verstreken
veroverde hij lichaamsdelen en voornaamwoorden.
Thuis zal ik je danken voor je vruchtbare grond.
Hij deed me graag denken dat we samengevoegd waren
zonder duidelijk kader, maar ik voelde hem zitten
in mijn rechterknie en dijbeen, met uitstralingen richting heup
een autonoom wezen, onvast en boos
kraker van panden, bezetter van slokdarm
mijn kanker woont gratis, onzichtbaar en ruim.
De stoep smal en onverlicht onder bomen, een gele bus zuigt lucht
in het voorbijrazen een zoevend geluid.
Geen hotels hier, de enigen met een slaapplaats
zijn de huizenbezitters achter het hek.
Morgen gaan we op avontuur. Ik zal de wekker zetten
en je uit je slaap houden tot de zon er is
en de rest van de dag en de avond en de volgende nacht.
Je zult smeken om rust. Het avontuur wacht op niemand.
Mijn kanker stelt nooit vragen.
Lees hier verder! →