Vrouwen in de Top2000 (pt. 1)

Dit artikel verscheen in Trouw

De stembussen zijn gesloten, de Top 2000 verkozen. De winnaar is geen verrassing, en inmiddels is het ook geen verrassing meer dat er maar weinig vrouwen in de lijst staan. Onlangs deed ik via Twitter een oproepje om daar eens verandering in te brengen. De weerzin die mijn tweet opriep resulteerde in een dagenlange stroom reacties die het midden hield tussen verbazing, kritiek en blinde vrouwenhaat.

Het verbaast me niet: muziek is een emotioneel product, waar men liever geen politiek van maakt. Maar dat alleen smaak telt – zoals Twitter me wilde doen geloven – is onzin. Als lobbyist houd ik me al een aantal jaar intensief bezig met de positie van vrouwen in de muziekindustrie, en onderzoek wijst keer op keer uit dat vrouwen op vrijwel elk niveau ondervertegenwoordigd zijn.

Evenveel aanbod

Is het dan zo dat er minder vrouwen zijn die muziek willen maken? Nee, aan de onderkant is het aanbod hetzelfde. Het komt telkens op hetzelfde neer: vrouwelijke artiesten worden minder vaak gedraaid op de radio, minder geboekt op festivals, krijgen minder aandacht in de media.

Dat zie je terug in de Top 2000 van de populairste muzieknummers. Zo stonden er vorig jaar slechts zeven vrouwen bij de populairste honderd, Agnetha en Anni-Frid van Abba meegerekend, naast Claudia de Breij (hoogste vrouw, op 14), Amy Winehouse, Adele, Bette Midler en Liesbeth List.

Op Twitter beten sommigen me toe dat ik me beter met echt belangrijke dingen kon bezighouden, in plaats van geneuzel in de marge. Het is een vreemde suggestie dat activisme verschillende categorieën kent waartussen een keuze gemaakt moet worden.

Ongelijkheid is een veelkoppig monster dat bij voorkeur op zoveel mogelijk fronten tegelijk moet worden aangepakt. Het kleine aantal vrouwen in de Top 2000 lijkt wellicht een futiliteit, maar is een symptoom van de ondervertegenwoordiging van vrouwen in de muzieksector en dat kan weer worden gezien in de context van de gehele creatieve sector. Hoe meer mensen zich hier bewust van zijn, des de sneller er iets verandert.

Vingerwijzen

Daarnaast is het constante vingerwijzen naar gebieden als het Midden-Oosten een verleidelijke manier om een probleem te depersonaliseren. Vrouwenonderdrukking in verre oorden is een probleem dat onmogelijk door een individu kan worden opgelost, en is vanzelfsprekend groter, heftiger en daarmee belangrijker dan, pak ‘m beet, de Top 2000. Maar juist omdat het probleem zo groot en ongrijpbaar is, leidt dit tot een diepe zucht, uit machteloosheid.

Confronterender wordt het wanneer iemand wijst op een uitwas van ongelijkheid die dichterbij ligt: in Nederland, of erger nog, in de persoonlijke sfeer. En wat is persoonlijker dan je muziekkeuze?

Niemand ontkent dat het prijzenswaardig is om te vechten tegen ongelijkheid op structureel en politiek niveau, tegelijkertijd blijft het belangrijk om ook te wijzen op de kleine, alledaagse uitwassen van een groter probleem. Alleen op die manier blijft duidelijk dat het monster van ongelijkheid huist in de haarvaten van ons dagelijks leven.

Het wijzen op eigen verantwoordelijkheid, zoals ik deed met mijn oproep over de Top 2000, leidt tot krampachtige reacties. Dat geeft te denken. Het laat zien dat veel mensen nog altijd graag roepen dat ze solidair zijn, maar geen zin hebben om de daad bij het woord te voegen. Doe niet alsof je heus tegen ongelijkheid bent als je nog niet eens bereid bent om een keer extra door je eigen playlist te scrollen om te ontdekken dat er al die tijd al een aantal prima vrouwelijke artiesten in stonden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *