Als helden vallen

Ik heb altijd een beetje meewarig gekeken naar mensen die hun helden bleven verdedigen in het licht van wangedrag. Die van Michael Jackson voorop: het maakt niet uit hoe veel bewijs er ligt dat hij minderjarige jongens heeft misbruikt, hele hordes fans zullen het blijven ontkennen. Ik ben nooit fan geweest van de persoon Michael Jackson, maar wel van zijn muziek, en op de een of andere manier ging dat prima samen in mijn hoofd. Er wordt al eeuwenlang fantastische muziek geschreven door absolute horken, dat heeft er nog nooit toe geleid dat componisten uit het repertoire geschrapt werden. Kunst en maker moeten op belangrijke momenten te scheiden zijn, anders raken we als mensheid te veel kostbaars kwijt.

Ik was absoluut van overtuigd van de scheiding tussen kunst en maker, tot ik gisteren het tergend lange Vulture-artikel over Neil Gaiman en Amanda Palmer las. Voor wie hen niet kent: Gaiman is een zeer gevierde Amerikaanse fantasy-auteur, Palmer is een singer-songwriter die met haar openheid en kwetsbare songs en haar directe contact met fans een enorme schare trouwe volgers wist te verzamelen. Toen deze twee mastodonten elkaar in 2008 tegenkwamen en een setje werden, was de hele emo-nerd-community in de zevende hemel van blijdschap. Want hoe tof is het wanneer twee van je idolen, afkomstig uit verschillende werelden, elkaar vinden en gelukkig worden?

De twee trouwden, kregen een zoontje, tourden samen, maakten mooie dingen, flirtten jarenlang openlijk op sociale media, maar tijdens corona ging Gaiman terug naar Amerika terwijl Palmer met hun zoontje in Nieuw-Zeeland bleef wonen, en niet lang daarna maakte zij bekend dat de twee in scheiding lagen. Van de openheid en transparantie die haar eerder zo succesvol maakten was weinig over: de toedracht van de breuk bleef in nevelen gehuld.

Nu komt via Vulture naar buiten dat Neil Gaiman talloze vrouwen, vaak jonge en kwetsbare fans, heeft verkracht, ge-gaslight en vervolgens heeft geïntimideerd met zwijgcontracten en geld. Bovendien blijkt uit alles dat Amanda Palmer, zijn vrouw, zich bewust was van zijn gedrag, en zelfs meisjes op hem af stuurde. Ze verliet Gaiman pas wanneer toen een nanny verkrachtte waar hun zoontje bij was. De details zal ik je besparen, ze zijn gruwelijk. Het kostte me uren om het artikel te lezen. Niet alleen vanwege de lengte, maar vooral omdat ik een paar keer misselijk werd en een pauze moest inlassen.

Amanda Palmer denderde mijn leven binnen toen ik 18 was. Ze werd me nota bene aangeraden door mijn hoofdvakdocent op het conservatorium, die wist dat ik liever pianoliedjes schreef dan strijkkwartetten. Haar nummers over psychische kwetsbaarheid kwamen precies in een tijd dat ik zelf nog naar woorden moest zoeken om mijn ziekte te omschrijven. Amanda was een inspiratiebron, een voorbeeld, ze heeft me gevormd. Ze maakte dat ik zelf ging streven naar openheid, transparantie en theatraliteit in mijn werk. Toen ik gisteren las hoe ze reageerde toen haar nanny vertelde dat Neil haar verkracht had, viel ik bijna van mijn stoel. “Je bent al de veertiende vrouw die hierover komt klagen bij mij,” zou ze gezegd hebben. “Ik had nog zo gezegd dat hij van jou af moest blijven.”

De rest van de dag voelde ik me fysiek onwel. Er was iets onmogelijks gebeurd. Twee mensen die zowel als persoon als in hun kunst prachtig leken, blijken monsterlijke dingen te hebben gedaan. Dingen die getuigen van zwakte, van kleinheid, van een gebrek aan empathie – precies de eigenschappen die onmogelijk verenigbaar lijken met de kracht, de invoelendheid en de visie in hun kunst. Natuurlijk heb ik altijd geweten dat dit mogelijk was, maar nu voel ik het ook. Diepe ontgoocheling en teleurstelling. Een vertrouwensbreuk die in eerste instantie maar moeilijk nog te helen valt: als zelfs deze mensen in staat zijn zich als monsters te gedragen, wie kan ik dan in hemelsnaam nog vertrouwen?

We hebben in een wereld vol onheil en geweld allemaal nood aan bakens van verlichting. Mensen, dieren, dingen of plekken die onveranderlijk zijn in hun positieve uitwerking. Het idee dat werkelijk alles en iedereen kapot kan, dat iedereen te corrumperen is, is haast onverdraaglijk. Om het leven toch draaglijk te houden is de mens daarom in staat om een bepaalde mate van blindheid te vertonen. Onze idolen zijn goede mensen, net zoals Nederland een land is waar echt geen oorlog gaat uitbreken, en je partner en kinderen voorlopig heus niet zullen sterven. Sta je werkelijk stil bij de mogelijkheid dat dit anders is, dan val je in een eindeloos diepe put. Dat willen we niet, en dus zijn de verhalen over Neil Gaiman en Amanda Palmer in mijn hoofd onverenigbaar met hoe ik ze ken.

Ik kan de waarheden uit het Vulture-artikel nog niet eens werkelijk onder ogen komen, maar de volgende stap doemt al op aan de horizon: wat moeten we nu met hun muziek en boeken? Zijn die vanaf nu inherent besmet, of mogen we ze tot ons blijven nemen zonder te hoeven doorvoelen door wie ze gemaakt zijn? Ik vrees dat het antwoord eindeloos complex is. Een verkrachter kan nog altijd personages tot leven wekken die ons sterken en troosten, maar het kan wel zijn dat het ons te veel pijn zal doen om over die personages te lezen in het licht van wat we nu weten over hun schepper. Wat Amanda Palmer betreft: ik weet uit ervaring hoezeer je meegesleept kunt worden in een toxische relatie, en hoe moeilijk en ingewikkeld het is om daar weerstand aan te bieden. Toch doet de directe kwetsbaarheid in haar werk me nu pijn, omdat ze precies die kwetsbaarheid ook heeft ingezet om jonge vrouwen aan zich te binden die het slachtoffer werden van haar echtgenoot.

Het is moeilijk je blik niet af te wenden wanneer helden vallen, zeker wanneer ze nog in leven zijn, en dus aanspreekbaar op hun wangedrag. Want: wat moeten we nu met hen? Wie mogen zij nog zijn in onze wereld, en ook: in hoeverre is het aan ons om te oordelen, met onze gebrekkige kennis en onze gekleurde blik? Kunnen we hen ter verantwoording roepen, of moeten we dat overlaten aan justitie? Het zijn vragen waarop ik tot voor kort vrij heldere antwoorden had, maar waarover ik nu opeens twijfel. Als Amanda Palmer een monster blijkt, dan is een deel van wie ik zelf geworden ben ook geschapen door een monster. Ben ik dan ook een monster? Ik vrees dat de pijn die we voelen wanneer onze helden vallen in wezen de pijn is van een zelfbeeld dat aan gruzelementen ligt. En je eigen scherven bij elkaar zoeken, dat is een moeilijke en pijnlijke onderneming, zeker als de kunst van je idolen je plotseling geen troost meer kan bieden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *