Vanaf gisteren is het dan echt zover: we zitten thuis. Man, ik en onze driejarige dochter. Ja, en de kat, maar die zit al dertien jaar in lockdown, dus die maakt zich nergens druk om – behalve of er nog brokjes zijn.
De afgelopen 24 uur heb ik alle emotionele stadia doorlopen. Eerst ongeloof: gebeurt dit echt? Is het geen vreemde droom? Zit ik in een aflevering van Black Mirror waarin mijn eigen sciencefictionverhaal werkelijkheid is geworden?
Daarna strijdlust: we hebben het hele huis gepoetst, boodschappenlijsten gemaakt, een dagplanning voor de dochter. Gistermiddag voelde ik zelfs een soort blijdschap: de isolatie voelt ergens als een noodgedwongen vakantie, gezellig samen op elkaars lip, dingen doen waar we anders nooit tijd voor hebben.