Tag: schrijfsel

Weemoedmuziek #3: dEUS

‘We spreken af dat we bij iedere gang minstens één moeilijke vraag stellen, oké?’

‘Oké!’

‘Ik begin, wacht…’

Het meisje dat ons bedient blijft staan.

‘Mag ik iets vragen? Wat is dit paarse spul?’

Hij wijst naar een plukje paarse sliertjes dat op één van de amuselepels ligt. Het meisje buigt om beter te kunnen kijken.

‘Beetsprouts’, zegt ze. ‘Willen jullie bij iedere gang bijpassende wijn?’

Hij kijkt me aan. Ik knik. ‘Lijkt me prima.’ Hoe meer wijn, hoe langer het duurt voor hij op kan staan om zijn jas aan trekken.

Lees hier verder! →

Weemoedmuziek #2: David Bowie

2009.

Paarse Toyota Starlet uit 1996. Ik rij naar een optreden. Gisteren zaten we op de bank en keken we naar de bbc. ‘Van wie is dat nummer’, vroeg ik. Hij moest heel hard lachen. ‘Dat weet je niet?’

Nee, dat wist ik niet.

‘Jezus, soms ben je opeens zo jong.’

Nee hoor, dat is niet opeens. Ik was altijd al tweeëntwintig jaar jonger. Ik bleef hem aankijken.

‘David Bowie’, zei hij uiteindelijk. Hij had gelijk: ik was jong, had dit moeten weten.

Lees hier verder! →

Weemoedmuziek #1: Eels

Het zijn de geluidjes die MSN maakt die me alert houden. Ik leef van bliepje naar bliepje, dag en nacht. Elk bliepje betekent een golf adrenaline die door mijn buik trekt en mijn ledematen doet tintelen. Grofweg zijn er drie soorten drugs: iemand komt online, ik heb mail, of – beter nog – iemand zegt iets tegen me. Het probleem met die laatste drug is dat het meestal een random klasgenoot is die begint te chatten, dus het grootste deel van de tijd reageert mijn lichaam op een loze belofte, en druip ik met een zucht weer af. Ik begin te wennen aan de teleurstelling.

Lees hier verder! →

Veiligheidsglas

Dit stuk verscheen op 14 mei 2016 op de website van Hard//Hoofd.

Dat zeggen ze ook alleen in Moergestel. Maar goed, als je je plaatselijke gebedshuis de Sint Jans Onthoofdingkerk noemt, dan weet je dat je in een dorp woont waar de gezelligheid van de muren druipt. Ben je ooit op de kermis in Moergestel geweest? Alleen de botsautootjes trekken nog wat volk, vaak tussen de twaalf en de achttien, voorzien van opgeschoren haar en T-shirts in simpele kleuren als zwart, wit of grijs, met als enige onderbreking het logo van een willekeurig sportmerk. Ik ben er zelf nooit geweest, maar ik kan het me zo voorstellen.

Lees hier verder! →

Vouwmeisje – herinneringen aan V&D

Vijftien was ik, en ik wilde mijn eigen geld gaan verdienen. Ik had vijf weken om te werken in de zomervakantie, en ik wilde eindelijk eens genoeg geld om een garderobe mee aan te schaffen om iedereen bij terugkomst op school de ogen mee uit te kunnen steken. Op mijn verlanglijstje: nieuwe skate-gympen (Etnies, liefst), een broek die zo wijd was dat ik zelf over de pijpen struikelde, en een Adidas-jasje. Het was 2002, en mijn ambitie was fulltime alto worden.

Ik denk dat de V&D de derde winkel was waar ik binnenliep om een sollicitatieformulier in te vullen. Het was de eerste winkel die me terugbelde. Ik kon direct aan de slag, op de afdeling damesmode. De volgende dag al mocht ik op audiëntie komen bij John, de floormanager van de eerste verdieping. In een minuscuul kantoortje met een nog kleiner raampje dat uitkeek op de Waag, en waar het stof me om de oren dwarrelde, tekende ik mijn contract. Stiekem zochten mijn ogen naar een bedrag, en ik vond de cijfertjes binnen een seconde. Twee euro vijfenzestig, mijn uurloon.

Lees hier verder! →