Onnogate

Volkskrant, 2 jan. 2014

Paul Hekkens neemt in zijn stuk “Huwelijkse trouw moet serieus genomen worden” uitgebreid de tijd om te betogen waarom hij zijns inziens geen homofoob is, en niet discrimineert. Ironisch genoeg laat hij zich in dit tweede stuk over het homohuwelijk misschien nog wel meer kennen als conservatief moralist dan in zijn eerste stuk, “Onno Hoes bewijst het homohuwelijk geen goede dienst”, waar half opiniërend Nederland al over viel.

Want waar gaat het Hekkens nou uiteindelijk om? Niet dat Onno Hoes homoseksueel is stoort hem, of zelfs dat hij vreemdgaat terwijl hij een publieke functie bekleedt – nee, het feit dat Hoes getrouwd is, en daarmee pretendeert trouw te zijn aan zijn man, dát is waar Hekkens over valt. En omdat Hoes een publiek figuur is, die bovendien in een interview met het NRC gezegd heeft dat affaires hebben binnen de homoscene meer geaccepteerd is dan elders, is Hekkens bang dat Onnogate zaagt aan de poten van de huwelijkse trouw.

Dat wil zeggen: de smalle, strikte definitie die Hekkens geeft van het begrip “huwelijkse trouw”. Want wat betekent het eigenlijk om elkaar trouw te beloven? Betekent dat – zoals Hekkens zonder enige nuancering betoogt – monogamie? Ik denk dat het begrip trouw complexer is dan simpelweg “niet vreemdgaan”. Wanneer je trouwt beloof je elkaar trouw in voor- en tegenspoed. Je belooft elkaar bij te staan, ook als de zaken er minder rooskleurig uitzien dan in de verliefde begindagen van de relatie. Wanneer beide partners instemmen met een relatie waarin seks met derden een rol speelt, lijkt me niet dat dat per definitie betekent dat er geen sprake kan zijn van een huwelijk. De geschiedenis is doordrenkt van aristocratische huwelijken waarin geld en macht het voornaamste motief vormden, en minnaars een geaccepteerd gegeven waren. Zo nieuwerwets is dat niet. Ontrouw ben je wanneer je beloftes verbreekt die je met je partner bent aangegaan. Of die belofte in het geval van een huwelijk strikte monogamie betreft, dat is een particuliere kwestie.

Wanneer twee mensen trouwen en afspreken monogaam te zijn en één van de twee partners vreemdgaat, lijkt me dat een een klip en klaar voorbeeld van tegenspoed. “Als uw relatie met Albert Verlinde nog toekomst heeft, zet dan uw huwelijk om in een geregistreerd partnerschap. Daarmee toont u respect voor de huwelijkse trouw”, zo gebiedt Hekkens burgemeester Hoes. Hiermee maakt hij een cruciale denkfout. Hoes en Verlinde hebben elkaar trouw beloofd in voor- en tegenspoed, en hun huwelijk verkeert in zwaar weer. Afstand doen van dat huwelijk breekt die belofte. Trouw betekent: proberen de crisis te bezweren en er voor elkaar te zijn.

Wat pijnlijk duidelijk wordt in Hekkens’ betoog is dat hij de hype rond Hoes en Verlinde aangrijpt om zijn eigen conservatief moralistische programma aan de man te brengen. “Het geregistreerd partnerschap dat open staat voor paren van gelijk geslacht, zoals gerealiseerd in 1998, was wat mij betreft voldoende geweest”, schrijft hij. Dat hele homohuwelijk had van hem niet gehoeven. Maar nu het een verworven recht is vindt hij in Onnogate een mooie stok om mee te slaan. Hij blijft stukken schrijven over de kwestie omdat het een debat zou zijn “dat de samenleving in het hart raakt”. Maar de vraag of huwelijkse trouw door vreemdgaande homo’s in gevaar wordt gebracht is niet hetgeen dat de samenleving op de been brengt. Waar “men” vooral over valt is dat de bedrogen echtgenoot, Albert Verlinde, zijn brood jarenlang heeft verdiend aan het publiekelijk schandpalen van vreemdgaande bn’ers. Hypocrisie en leedvermaak zijn doorgaans de grootste aanjagers van publieke mediahypes, en dat is ook in dit geval zo. Dat Hekkens deze particuliere kwestie vervolgens aangrijpt om een generaliserend en moraliserend betoog te houden over de huwelijkse moraal en “het” homohuwelijk, en dat ook nog eens probeert te camoufleren als een publiek debat, dat mag best hypocriet genoemd worden.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *